Alle informatie over warmtepompen
Gratis én vrijblijvend

Laatst bewerkt op: 08 nov 2021

Installatietips? Tips voor het maken van een warmtepomp installatie

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze pagina ’tips’ is bedoeld voor installateurs en richt zich met namen tot woningen en kleine utiliteitsinstallaties.

Deze tips zijn zorgvuldig samengesteld, echter kunt u hieraan geen rechten ontleden.
Warmtepomp-info.nl is er om u te helpen, niet om verantwoordelijk te worden gesteld.
De voorschriften van de fabrikant en wetgeving (ISSO/NEN) dient u ter harte te nemen.

Een warmtepomp installatie maken is niet moeilijker dan een CV installatie maken, doch vergt deze wel uw aandacht!

Als u de aanwijzingen van de fabrikant goed opvolgt, bouwt u probleemloos een storingsvrije en uiterst rendabele warmtepompinstallatie.


*Tip:
→ Warmtepomp kopen? Vergelijk altijd voordat u koopt. Vul het formulier in en ontvang offertes van vakspecialisten. Vergelijk en bespaar tot 30%!                                     

Bronleiding

De aansluiting van de bron naar de warmtepomp dient van kunststof of dampdicht geïsoleerd koper te zijn.
Stalen of dunwandige cv-leiding zal namelijk binnen enkele jaren stuk gaan.

Het condenswater tast staal aan. Je krijgt het nl. nooit zo goed geïsoleerd dat condens niet voor zal komen. Het bronwater is immers een stuk kouder dan de omgevingstemperatuur van de leiding in de technische ruimte, hierdoor ontstaat condensatie.

… Na de koelwisselaar (CV leiding / afgiftesysteem) wordt het ‘koelwater’ (bij systemen met koeling door het vloerverwarmingsafgiftesysteem) door de warmtepomp boven de condensatiegrens gehouden, daar kan dus gewoon stalen leiding worden gebruikt.

TIP: Als je messing knelkoppelingen wil gebruiken, tape deze dan na montage eerst strak af met teflontape en lijm pas daarover de dampdichte isolatie * Lees ook hieronder het stukje isoleren van leidingen. De kans op schade door spanningcorrosie wordt hiemee verkleint.


Isoleren van leidingen

Leidingen met bijbehorende fittingen en appendages dienen geïsoleerd te worden met materialen welke geen schade aan de installatie kunnen veroorzaken. Voor de toepassing van isolatiemateriaal bij messing knelfittingen in koel en warmtepompinstallaties moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van spanningscorrosie. ISSO publicatie 50, specificatieblad 4.3-2 “Corrosiewering”, adviseert messing knelkoppelingen niet te isoleren. Bij koude installaties is het echter noodzakelijk alles tegen condens te isoleren.

In dit geval dient met onderstaande rekening te worden gehouden.

SPANNINGSCORROSIE VAN MESSING
Spanningscorrosie (SCC = Stress Corrosion Cracking) is een vorm van corrosie die leidt tot scheurvorming in het metaal als gevolg van interactie tussen metaal, het milieu en een mechanische belasting (trekspanning bij montage). Messing is gevoelig voor spanningscorrosie bij contact met ammonium. In combinatie met vocht wordt ammoniak of ammonia uit de omgeving opgelost tot ammonium.
Spanningscorrosie in messing treedt op als onderstaande punten bij elkaar komen, probeer die situatie dus te vermijden.

1. Trekspanningen in het materiaal
Bij fabricage van messing fittingen kan gebruik worden gemaakt van geëxtrudeerd stafmateriaal. Hierbij treedt koude deformatie op wat leidt tot residuele spanningen in het materiaal. Als gevolg van deze spanningen kunnen aan het metaaloppervlak trekspanningen ontstaan die zodanig hoog zijn dat deze kunnen leiden tot spanningscorrosie.
2. Vocht
Bij een combinatie van voldoende luchtvochtigheid en een temperatuurverschil tussen metaaloppervlak en de omgeving treedt condensvorming op (vochtfilm op het oppervlak). Bij warmtepompinstallaties kan deze situatie aan de koudwaterzijde ontstaan wat leidt tot condensvorming op koperen leidingen en messing fittingen. Een zeer dunne vochtfilm op atomair niveau is al voldoende voor het optreden van het corrosieproces aan het metaaloppervlak.
3. Aanwezigheid van ammoniak of ammonia
Ammoniak in het milieu van een warmtepompinstallatie kan een gevolg zijn van contact met schoonmaakmiddelen, of emissie vanuit ammoniakhoudend kunststof isolatiemateriaal. Een lage emissie kan bij een dunne vochtfilm leiden tot een voldoende hoge concentratie ammonium aan het metaaloppervlak voor optreden van spanningscorrosie.


Flow, waterstroming / circulatie

Het belangrijkste gegeven voor een storingsvrije werking van een warmtepomp is ‘flow’,
dit geldt zowel bron- koelmiddel- als afgiftezijdig. (Zie ons logo 3 kringen, die goed moeten zijn).
Als de installatie wordt nageregeld neem dan een buffervat van voldoende grote op in het systeem.
Hiermee voorkomt u pendelgedrag van de compressor en verlengt u de levensduur van het toestel.
Zorg er dus voor dat er altijd voldoende flow is als de compressor draait.

Met flow bedoelen we in dit geval “stroomt er een voldoende aantal liters water (m³ per uur) rond om energie aan te kunnen afgeven/afnemen.

Voor een lange levensduur mag een compressor per uur maximaal 3 to 5 maal worden gestart.
En moet dan een minimaal draaitijd hebben van:

3 minuten t/m 5 kW
4 minuten van 5,1 t/m 15 kW
5 minuten voor grotere vermogens.
Dit geld in het algemeen voor alle fabrikanten!!

Hoe groot moet het buffervat zijn?

BuffervatenAls vuistregel kunt u aanhouden 15 liter per kW afgegeven vermogen. Heeft u dus een warmtepomp met een afgegeven vermogen van 10 kW dan volstaat een vat van 150 liter of groter (10 x 15) . (Praktijkkeuze: dichtstbijzijnde grotere handelsmaat bijvoorbeeld 200 liter).

Heeft u een warmtepomp met 2 compressoren (2traps) dan kan meestal worden volstaan met 1,5 x de eerste trap* in deze formule

* Zie de installatievoorschriften van de fabrikant
Voorbeeld 2traps warmtepomp: Warmtepomp afgifte vermogen = 22 kW (2 x 11 kW) dan pakt u 1,5 x 11 = 16,5 kW x 15 liter = 247 liter buffer. (Praktijkkeuze: dichtstbijzijnde grotere handelsmaat bijvoorbeeld 300 liter)

Heeft u een modulerende compressor; dan kunt u uitgaan van het minium vermogen van de compressor.

Hoe uit zich een ‘Flow storing’:

Als aan de afgiftezijde (vloerverwarming / LT convectoren) onvoldoende flow is: Hoge druk storing (koelmiddelzijdig)
Als aan de bronzijde onvoldoende flow is: Lage druk storing (koelmiddelzijdig) (Aan de bronzijde hoeft normaal gesproken nooit een buffer te komen, deze wordt immers niet na geregeld)


Principe buffer aangesloten met 2 leidingen


Maar naast afgifte aan de verwarmingsinstallatie is er natuurlijk ook afgifte aan tapwater boiler en/of zwembadwisselaar.

Toepasbaarheid boiler warmtepompVeel type boilers en zwembadwisselaars zijn afgestemd op verwarmen door een cv-ketel en berekend op een aanvoertemperatuur van 90 °C. Voor verwarming met lagere aanvoertemperaturen zoals bij een warmtepomp is meer VO (Verwarmend Oppervlak) nodig.

Bij een verkeerd gekozen combinatie van apparaten kan de warmtepomp zijn vermogen niet goed kwijt, waardoor deze de neiging heeft om te gaan pendelen of middels een HD storing (Hoge Druk / koudemiddel) zijn werk stopt. Stem producten dus goed op elkaar af. Het vermogen van een zwembadwisselaar moet bij een lage aanvoertemperatuur (bijvoorbeeld 45°C) overeenstemmen met het afgegeven vermogen van de warmtepomp.
Een zwembadwisselaar die ontworpen is voor een aanvoertemperatuur van 90 °C (veelal buis in buis type) doet bovendien ook bijna niets bij een aanvoertemperatuur van 45°C. En kies dus ook een tapwaterboiler die afgestemd is op een bijbehorende warmtepomp .
Vaak hebben fabrikanten een lijstje welke combinatie hierin mogelijk is.


Hydraulisch verbinden

Vraag uw warmtepompleverancier om een voorbeeld schema voor de installatie.

Er zijn vele manieren om uw installatie op te zetten, het best houdt u een beproeft schema aan van uw leverancier.

Regelmatig gemaakte praktijk fouten zijn:
Drieweg kleppen verkeerd gemonteerd, terugslagkleppen verkeerd om, terugslagkleppen vergeten, leidingen niet op juiste manier gekoppeld.

Voorbeeld: Als u met een losse boiler werkt moet de retour van de boiler meteen naar de warmtepomp toe, dus geen stuk leiding gebruiken dat ook nog voor doorstroming van de installatie is, anders vindt er doorwarming plaats richting de installatie en dat is vooral in de zomer (als u wilt koelen) een ongewenste en energie kostende situatie.
Volg dus nauwkeurig stap voor stap een schema!


Ontluchter(s)

Het is erg belangrijk dat uw installatie is voorzien van goede ontluchters, zowel bron- als afgiftezijdig. Immers de warmtepomp kan onvoldoende energie ontrekken of afgeven aan een ‘luchtbel’. Vaak komt een hoge- of lage druk storing dan ook door lucht in de installatie. Vooral bij een nieuwe installatie kan dit natuurlijk het geval zijn. Het dient dan ook aanbeveling om in ieder geval de bronpomp 2 tot 5 dagen voor de eerste start van de warmtepomp continu te laten draaien. Hierdoor wordt enerzijds het glycol (antivries middel) beter gemengd met het water, anderzijds kan lucht zich verzamelen in het hoogste punt in de installatie, daar waar u ook de ontluchter heeft gemonteerd. Als u de bodemwarmtepomp voor het eerst opstart let dan op de zgn. ‘zuiggas temperatuur’, deze mag in principe niet onder de 3 graden komen bij de eerste opstart. Schakel de warmtepomp uit als dit wel dreigt te gebeuren, ontlucht eerst goed, kijk of pompen echt draaien en probeer het dan later weer. Dit voorkomt dat de verdamper ‘invriest’ . Immers als je aan stilstaand water, of onvoldoende flow, energie ontrekt zal de temperatuur hiervan snel zakken.

-Het gebruik van een of meerdere goede automatische ontluchters in het afgiftesysteem wordt sterk aanbevolen.
-Het gebruik van automatische ontluchters in de bron wordt afgeraden omdat glycol bij lage druk wat kristalvorming kan geven (met name in de naaldafsluiters van automatische ontluchters).


Expansie

Zowel de bron als het afgiftesysteem heeft een expansievat nodig van voldoende inhoud, immers de vloeistof zet uit als deze wordt verwarmt. Zorgt u voor een goede, altijd open zijnde, verbinding van de warmtebron naar het expansievat. Kijk dus aan welke kant van eventuele keer- en/of driewegkleppen u het expansievat plaatst.

In de bronleiding zit het expansievat bij voorkeur aan de zuigzijde van de bronpomp.
Aan de afgifte kant zit het expansievat bij voorkeur in de retourleiding van de installatie en de zuigzijde van de pomp.
Echter keer- en/of driewegkleppen kunnen dus een oorzaak zijn dat u het vat elders moet plaatsen, een altijd open verbinding met het expansie vat is het belangrijkst!

Voor de bron kunt u ook een standaard expansievat gebruiken, zorgt u dat dit vat aan het einde van een leiding zit waar geen doorstroming meer is (Het bronwater zal hier dan de omgevingstemperatuur opnemen waardoor kans op condens wordt voorkomen). Informeer wel bij uw leverancier of deze geschikt is voor glycol houdend water bij een brine-water systeem.

Grote van een expansievat:

Vuistregel 1* m.b.t. woningen voor zowel bron- als afgiftezijde:
Installaties Tot 12 kW afgegeven vermogen: 18 liter vat zowel voor bron als voor afgiftezijde
afgegeven vermogen 12 kW tot 20 KW: 25 liter vat zowel voor bron- als voor afgiftezijde
afgegeven vermogen 20 kW tot 30 kW: 35 liter vat zowel voor bron- als voor afgiftezijde

Uitgaande van plaatsing van de warmtepomp op de begane grond of in kelder voor een gebouw van max. 2 verdiepingen
(1 verdieping + zolder)
Voordruk van expansievat voor de bronzijde is: 0,5 bar, afvullen bron op 1 bar
Voordruk van expansievat afgiftezijde is: 1,5 bar, afvullen op 2 bar

Vuistregel 2 * m.b.t. woningen voor zowel bron als afgiftezijde:
Systeem inhoud in liter : 25 = grote van expansievat in liter

*Het betreft hier een vuistregel, beter is het natuurlijk om het expansievat exact te bepalen in overleg met de leverancier hiervan, u dient dan wel de totale waterinhoud van uw afgiftesysteem en bron te weten, alsmede het temperatuur traject waarin de installatie gaat werken.


Leidingfilters

Filters: Plaats zowel in de bron- als in het afgiftesysteem een leidingfilter nabij de warmtepomp, houdt u hierbij rekening met de richting van de waterstroom, dus dat het water wordt gefilterd voordat het de warmtepomp in gaat. Op deze manier voorkomt u dat de ‘verdamper’ en/of ‘condensor’ van de warmtepomp verstopt kan raken. Als u de filters tussen afsluiters plaatst (of een filter kiest welke reeds voorzien is van afsluiters) kunt u eenvoudig jaarlijks de filters reinigen: zet warmtepomp uit, zet afsluiters dicht, haal het filter uit elkaar en spoel deze met schoonwater. Bij ernstige vervuiling moet u zich afvragen waar deze vandaan komt, dit zou namelijk op een lekkage kunnen duiden.
Vergeet niet, na het reinigen van de filters, de afsluiters weer open te zetten voor u de warmtepomp weer start


Terugslagklep

Bij cv-ketels worden terugslagkleppen vaak alleen maar ingezet in cascade opstellingen. Bij een warmtepomp, die naast tapwater en verwarming ook passief gaat koelen, is het soms nodig om een terugslag klep op te nemen.
Waarom? (voorbeeld) Bij een externe koelmodule loopt de ‘koelkring’ aan de afgiftezijde middels een installatiepomp over de koelmodule door de installatie. Het ‘cv’ water tussen koelmodule en warmtepomp staat stil. Met een losse boiler kan de warmtepomp ondertussen gelijktijdig warmwater aanmaken. Aan de afgiftezijde loopt gelijkertijd (met koelen) dus een warme kring via driewegklep over boiler naar warmtepomp. In de praktijk kan het soms zijn dat de driewegklep niet 100% afdicht waardoor, als pompen niet gelijk zijn, er een mix kan ontstaan van de warmte aan de warmtepompzijde en het ‘koude circuit’ aan de installatiezijde. Ook als de driewegklep van de boiler wel 100% afdicht maar leidingen dicht bij elkaar zitten kan temperatuur beïnvloeding ontstaan.
Dit kan dus eenvoudig worden voorkomen door een terugslagklep op te nemen (U vindt deze dan ook vaak terug in het schema van de fabrikant / zie ook bovenstaand stukje over expansie voor de juiste plaatsing).


Vloerverwarming-verdeler

Let op! De vloerverwarmingverdeler bij toepassing van een warmtepomp is anders dan bij een cv-ketel.
  • Bij een cv-ketel , die een hoge aanvoer temperatuur heeft, is de verdeler voor de vloerverwarming meestal een ‘open verdeler’ met menginrichting en circulatiepomp. Het water door de vloer wordt gemengd met het water dat wordt aangeleverd, dit om toch een lage temperatuur (35°C) door de vloer te krijgen.
  • Bij een warmtepomp, die al een lage aanvoer temperatuur heeft, is de verdeler voor de vloerverwarming een ‘gesloten verdeler’ ( zonder circulatiepomp). Alle slang- aanvoeren komen bij elkaar als ook alle slang retouren. Er hoeft immers niet te worden nagemengd

Geen passieve koeling in de badkamer!

Het voordeel van een water/water warmtepomp is dat u in de zomer relatief goedkoop een woning passief kan koelen. Dit doet u door water van ca 18 graden Celsius door de vloerverwarming te sturen. Een woning kan hier ca 4 graden (t.o.v. de buitentemperatuur) mee worden gekoeld.
Alle ruimten kunt u op deze manier koelen, alleen de Badkamer dient u niet passief te koelen. Immers als er gedoucht wordt is de vochtigheidsgraad in de badkamer hoog, door de lage temperatuur van het koelwater ontstaat dan condens, als gevolg hiervan zal uw badkamer vloer nat blijven. U kunt eenvoudig een klepje tussen de leiding plaatsen dat tijdens passief koelen dicht gaat. (De warmtepomp heeft meestal een contact wat voor aansturing hiervan kan worden gebruikt)

Naregelen en koelen: Als vloerverwarminggroepen worden nageregeld door zgn. zoneregelaars worden d.m.v. klepjes de slangen afgesloten als de kamer op temperatuur is. Tijdens koelen dient deze regeling net andersom te werken om het koudere water door te slangen te kunnen sturen. Hiervoor is het bovengenoemde signaaltje uit de warmtepomp nodig om uw ‘zoneregelaar’ te melden dat nu koel water wordt aangeleverd en de regelaar dus andersom kan gaan werken of eenvoudig alleen de klepjes open stuurt om te kunnen koelen.


Antivries / Glycol

Bij een gesloten bron (meest voorkomend in Nederland) dient aan het water glycol te worden toegevoegd (brinewater) tot een beveiligingswaarde van -13 °C (ca 30% toevoeging). Bij langdurig gebruik kan de temperatuur van de bron namelijk onder de 0°C komen, om te voorkomen dat ijsvorming ontstaat in de verdamper van de warmtepomp dient u glycol toe te voegen.

Bij een open bron wordt een (extra) warmtewisselaar tussen open bron en verdamper (warmtepomp) sterk aangeraden, vaak zelfs door de fabrikant in de garantievoorwaarden verplicht gesteld. Voor het water in dit tussencircuit wordt een toevoeging tot een beveiligingwaarde van -4 °C (ca 10% toevoeging) glycol geadviseerd. Ons advies: doe dit gewoon om problemen van invriezen van de verdamper te voorkomen (De overdracht wordt wel iets minder, maar een ingevroren verdamper is veel minder leuk).

Het type glycol wat voor warmtepomp bronnen meestal wordt toegepast is* “MEG” ; Mono Ethylene Glycol of “MPG”; Mono-Propyleen Glycol
( van bijvoorbeeld AKZO NOBEL, DOW of SABIC). In het algemeen verzorgt de bronleverancier de levering en toevoeging van het glycol en eventuele additieven aan het water.

De toevoeging van Glycol aan de bronzijde is dus eigenlijk verplicht, het nadeel van glycol toevoeging is dat de warmteoverdracht iets achteruit gaat en dat de weerstand die de pomp moet overbruggen iets toeneemt.

*Noot: Sommige warmtepomp fabrikanten schrijven een bepaald type Glycol voor.
In het algemeen gaat de voorkeur uit naar MEG.

TIP:

Door in het bronsysteem 3 stuks afsluiter te monteren maak je het eenvoudig om later glycol bij te mengen. Door afsluiter B dicht te zetten en A + C met slangen en een pompje te verbinden met een vat glycol kun je glycol eenvoudig bij gaan mengen (rond pompen).

Afsluiter A + B + C wordt in de handel ook gecombineerd verkocht als ‘vulset’,
maar met 3 eenvoudige tweeweg afsluiters lukt het dus ook.

Ook m.b.t. het vat en pompje zijn er zgn. vulsystemen in de handel. Vaak onder de naam ‘SOLAR Vulsysteem’ (Ook in thermische zonpanelen wordt een antivries toevoeging gebruikt).


Leiding diameters

De leidingdiameter hangt af van meerdere factoren:

1. De pomp keuze ( opvoerhoogte / dient de leiding- plus toestellen weerstand te kunnen overbruggen).
2. De Snelheid
3. De hoeveelheid
4. Het type vloeistof wat door de leiding gaat.
5. De wandruwheid van de leiding / materiaal / weerstand.
6. Het toegestane geluid van de leidingen

‘Vertel voorbeeld:’ Stel je hebt een gang van 70 cm breed en daar moeten 2 mensen door heen met dezelfde snelheid ..dat zal wellicht goed gaan, maar als daar nu 100 mensen door heen moeten binnen dezelfde tijd dan geeft de gang meer weerstand. Daarnaast speelt het ook nog een rol hoe breed de mensen zijn. Voor een leiding kun je ook zo denken, aan de hand van het type vloeistof wat er door heen moet (stroperig of vrij los) en met welke snelheid dat moet, ondervindt de vloeistof meer of minder weerstand in een bepaalde leiding, bocht, t-stuk en toestel.

Hoofdleiding of aftakking:
De hoofdleiding zal normaliter een grotere diameter hebben dan de aftakkingen. Immers door de aftakkingen hoeft minder vermogen.

Voorbeeld:

Attentie: Bovenstaand voorbeeld schema betreft een niet na-geregelde installatie. de vloerverwarmingsgroepen staan altijd open.
Indien er wordt na-geregeld (groepen kunnen dichtlopen) en de pomp niet toerental geregeld is kan de max. flow
overal voorkomen en zal de leiding dikte daarop aangepast moeten worden. Ook kan het voorkomen dat de minimaal leidingdiameter wel voldoet aan de geluidseisen maar bijvoorbeeld niet aan de opvoerhoogte van de gekozen pomp ook dan dient een grotere diameter te worden gekozen.


Tabel: de flow bij een vermogen en een delta T van 5, 6 of 10°;

Attentie: Kies de aanbevolen diameter op basis van de flow ! Daarnaast moet u de totaal leiding (plus toestellen) weerstand berekenen i.v.m. de opvoerhoogte van de pomp (de weerstand die de pomp kan overbruggen / hierdoor moet mogelijk een grotere leiding worden gekozen) Voor nauwkeuriger berekenen dient u tabellen van de leiding/toestel fabrikant of iso/vewin te gebruiken! Gebruik voor de bronzijde van de warmtepomp koper of kunststof! De bronzijde kan immers van lage temperatuur zijn, tevens dienen de bronleidingen (welke lager dan 18°C kunnen zijn) dampdicht te worden geïsoleerd. Dus geen stalen leiding voor de bron gebruiken.


Ten overvloede

Een warmtepomp is een toestel dat het beste rendement geeft bij een lage aanvoertemperatuur. Kies dus voor een laagtemperatuur afgifte systeem zoals vloerverwarming en/of LT-convectoren.


Bij bivalent installaties:

Als je een ‘bivalent’ systeem maakt, dus een systeem waar naast de warmtepomp ook een andere warmtebron wordt gebruikt, bijvoorbeeld een HR cv-ketel, dan dient die ook op dezelfde lage temperatuur te functioneren!
Als het gehele afgiftesysteem laagtemperatuur is dan gaat dit prima.

In de praktijk wordt soms de fout gemaakt door de denken: ‘de eerste 40 graden zijn voor de warmtepomp en dan verwarm ik na met een ketel tot 90 graden’. Dit werkt niet en gaat fout!
De warmtepomp zal hierdoor in hoge druk storing gaan. De warmtepomp verwacht op zijn aanvoer van 40 graden immers een retourtemperatuur van bijvoorbeeld 35 graden, die kan u op deze manier niet meer garanderen!
Hoge- en lage temperatuur systemen dus nooit rechtstreeks combineren.

Warmtepomp met laag temperatuur vloerverwarming en radiatoren hoog tempWat kan eventueel wel als u bij een bivalent systeem toch een paar vertrekken heeft die u met hoogtemperatuur wil verwarmen? U kunt middels een ‘kamer thermostaat’ de cv-ketel deze radiatoren in die vertrekken rechtstreeks laten verwarmen. Van dit hoogtemperatuur ketelcircuit af monteert u een mengklep richting de warmtepomp installatie. De mengklep dient dan gestuurd te worden op de aanvoertemperatuur richting warmtepomp, dus met een maximale doorlaat van bijvoorbeeld 40 graden Celsius. Het ‘potentiaalvrij aan contact’ vanuit de warmtepomp richting cv ketel zet u parallel over de ‘kamerthermostaat’ aansluiting van de ketel. (De mengklep kan een eigen regeling hebben, sommige warmtepompen kunnen deze ook aansturen). Dan komt dus vanuit de cv-ketel richting warmtepomp alleen water (energie) van een ‘lage temperatuur’ erbij.


Zwembad:

U kunt met een warmtepomp ook uitstekend een zwembad verwarmen, zorgt u dan wel dat de zwembadwisselaar geschikt is voor laag temperatuur (max. 45 graden primair). Een veel gemaakte fout is dat een warmtewisselaar gebruikt wordt die 90 graden primair nodig heeft, deze geven vaak bij 45 graden nauwelijks vermogen meer af.


1e opstart

Voordat u de eerste keer de compressor laat draaien, verdient het aanbeveling om gedurende één of meerdere dagen daarvoor de bronpomp op continu te zetten, zodat de bron eerst goed kan ontluchten en het glycol zich goed kan mengen
(blokkeer tijdens deze fase de compressor door de motorbeveiligingsschakelaar uit te zetten).

1e opstart van een water/water of brinewater/water warmtepomp:

Bij het 1e keer opstarten van een warmtepomp kunt u de zgn. zuiggastemperatuur in de gaten houden, deze zal stabiliseren tussen de 4 en 12 graden. Als u ziet dat de temperatuur meteen onder 0° C komt, schakel het toestel dan weer uit en ontlucht of vul eerst de bronleidingen goed en kijk of er voldoende flow kan plaats vinden (denk ook aan glycol toevoeging!).

Tijdens compressor bedrijf:

Controleer bron in / bron uit of deze een goede delta T heeft (4 tot 5 ° C. verschil tussen bron in en bron uit)
Heetgastemperatuur: Tenminste 25 K hoger dan de aanvoer temperatuur, normaal tussen de 70 en 125 °C
Vloeistof temperatuur: Ongeveer gelijk aan de retourtemperatuur
Zuiggas temperatuur: Ligt tussen de bron in en bron uit temperatuur
Oververhitting: Dit is de temperatuur tussen zuiggas- en verdampertemperatuur, ligt tussen 2 en 8 °C.


Onderhoud en inspectie warmtepomp

Het dient aanbeveling om jaarlijks het volgende te doen:

  • Controleren van de waterdruk in bron- en afgiftesysteem
  • Controleren van de expansie mogelijkheid (expansievaten)
  • Inspectie van de bedrading
    Zit alle bedrading goed vast, is deze nergens beschadigd
  • Inspectie van leidingen
    Is er nergens een lekkage / of spoor van lekkage
  • Inspectie van onderdelen
    Zitten kleppen, compressor, pompen, isolatie, enz. nog goed bevestigd
  • Doorlopen van het ‘warmtepomp menu’
    Staan er geen vreemde instellingen in, geven alle temperatuursensors de juiste waarde weer
  • Noteren van het aantal draaiuren
    Door deze te vergelijken met voorgaande jaren heeft u een indruk of er geen vreemde afwijkingen zijn. Als de warmtepomp goed is afgestemd op de ‘transmissie’ en bijvoorbeeld is ingezet met een Bétafactor van .8 heeft u ongeveer 2000 draaiuren per jaar voor verwarming en 500 uur voor tapwater’
  • Noteren van het aantal starts en stops van de compressor (en indien er aanleiding toe is analyseren)
  • Het uitlezen van recente storingen en, indien deze er zijn, analyseren
  • Controleren Glycolgehalte van de bron
  • Het toestel testen op aanwezige functies
    Verwarming / tapwaterverwarming / koeling / draaien van pompen / omlopen van kleppen
    (Zet tijdens deze test een eventueel andere aanwezige geluidsbron (radio) uit en luister of alles normaal klinkt / niets aanloopt)
  • Meten en noteren van elektrische stroom per fase (elektricien)
    Te veel stroomverbruik kan bijvoorbeeld duiden op slijtage.
  • Meten en noteren van het temperatuurverschil (delta T) van de bron en afgifte.
  • Inspectie van de leidingfilters en indien nodig reinigen. Warmtepomp eerst uitzetten, dan afsluiters dicht, filters uitnemen schoonspoelen en terugplaatsen. Als filters ernstig vervuild zijn kan dit bijvoorbeeld duiden op een lekkage.

Attentie: Deze pagina is bedoeld voor woningbouw en kleine utiliteit, bij grote vermogens (grote gebouwen) kan het zijn dat u warmtepomp onder een jaarlijks verplichte inspectie valt.


Inhoud koude middel:

  • 3-30 kilogram – controle eenmaal per jaar – logboek is verplicht
  • 30-300 kilogram – controle eenmaal per half jaar of bij permanent lekdetectie-systeem 1x per 12 maandenen 1x per 12 maanden controle van het automatisch lekdetectiesysteem – logboek is verplicht
  • 300 kilogram of meer – controle eenmaal per kwartaal of bij permanent lekdetectie-systeem 1x per 6 maanden en 1x per 12 maanden controle van het automatisch lekdetectiesysteem – logboek is verplicht.

Tot 3 kg dus geen verplichting (bij een woning valt de warmtepomp bijna altijd hieronder)


Minmimaal leiding tabel -2-: .

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gratis tot 4 offertes in je mailbox?

Wij scoren een 9!

Bekijk hier de top 3 warmtepompspecialisten:

images

DLE energy

DLE Energy verwijst waarschijnlijk naar een bedrijf dat zich richt op innovatieve Lees meer

SAMAN_LOGO_FULLCOLOR

Saman Groep

Saman Groep is een Nederlands bedrijf dat zich richt op verschillende sectoren, Lees meer

download

GEO Energie

GEO Energie.nl is een Nederlands bedrijf dat zich richt op geothermische energie, Lees meer

Laatste nieuws

5x Valkuilen + 5 veelgemaakte fouten

september 14, 2024

Laatst bewerkt op: 22 okt 2024   Met een warmtepomp kun je

Warmtepompen zijn niet alleen voor rijke mensen. Ook als je geen geld hebt, kun je ervan profiteren.

april 23, 2024

Mensen zeggen vaak dat je geld moet hebben om een warmtepomp te

Warmtepompen straks vaker vergunningsvrij in Apeldoorn

maart 21, 2024

In een stap richting een duurzamere toekomst, zal het plaatsen van warmtepompen